Happy end met Uniseks – Dansen kan het gerenommeerde Kibbutz Contemporary Dance Company ongetwijfeld, dat voor het eerst bij het schrit_tmachter festival optreedt.

Door Astrid Kaminski
Vertaling: Lisa Reinheimer

 

De deal met de maan is perfect: 97% maan buiten en net zoveel binnen in de Fabrik Stahlbau Strang. Perfect is ook de dans van het Kibbutz Contemporary Dance Company (KCDC), die vanuit een basis in ballet verschillende hedendaagse danstechnieken mixt tot een loepzuivere en absoluut bezienswaardige techniek. Maar is goed dansen ook voldoende om een goede choreografie op het toneel te brengen?

De KCDC-choreograaf Rami Be’er stelt zich met IF AT ALL uit 2012 voor aan het schrit_tmacher festival met een stuk dat karakteristieken elementen uit zijn oeuvre toont. Hij legt ook graag de hand aan lichtontwerp, toneelbeeld, kostuums en muziek. Maar hij laat zich met hiermee, niet van zijn sterkte kant zien. Vooral door de muziekstukken die hij aan- en over elkaar snijdt, een van zijn passies, die hier tot een agressieve, ongenuanceerde, continuerende dreun voert, die uiteindelijk vooral beats en vibes oplevert, en dus op ritmes en geluidssterkten aankomen. Interessant is, dat deze geluidsoverweldigende tactiek in veel stukken van Israëls bekendste choreografen voorkomt. Het werkt als een Wagner-traumaverwerking, een permanente overlevingsstrijd – die beide goed na te gaan zijn. Maar ook monotoon, onderdrukkend en bepalend. Een permanent tegemoet dreunen, een reducering van de ruimte tot resonantie. Heel anders dan bijvoorbeeld in Hui van het Taipei Dance Forum dat twee dagen geleden speelde en een muzikaal concept presenteerde dat de ruimte in de verschillende klankkleuren liet vermenigvuldigen.

Maar hier gedreun, geschreeuw, beats, melodieflarden en tekstpassages, verroert met titels en muziek van Volcano Choir tot Massive Attack tot een elektronisch versterkte cello van de IJslandse muzikant Hildur Gudnadóttir. Nu eens klinkt het als aanvuren, dan weer knallend. En dat is ook de basis karakteristiek van deze gedreven dans, die maar af en toe wordt opengetrokken zoals wolken die het maanlicht doorlaten. Verder heerst er een merkwaardig dramatische stemming, die al aan het begin door de met maanlicht beschenen dunne toneelnevel breekt als uit het niets. Het over het toneel rennen in cirkels of zwermende bewegingen is in de laatste jaren een geliefd middel geworden om bewegingsenergie te genereren. Rennen als dansante generator. Bij Be’er laat het denken aan een militaire dril, een indruk, die door de aanhoudende scheiding tussen de acht vrouwen en vier mannen in geslacht specifieke kostuums, versterkt wordt.

Zelfkastijding en krachtige formatie draaikolken, die lijken op Derwisch dansen en vechtkunst, zijn typisch voor de mannen die in lange donkere rokken gekleed zijn. De dynamiek is over het algemeen dualistisch opgebouwd. Ofwel dansen enkelen uit de groep weg ofwel danst de groep tegen de enkeling in/aan?. Richting en tegenrichting – rechts, links, boven, onder, toegewend en afgewend, springbeen, geworpen been – spelen een belangrijke rol. Ook in de enkele bewegingen die vaak vanuit het principe van tegenspanning zijn opgebouwd. Dat werkt het sterkst ? in de mannenformaties in de eerste helft van de avond. Vooral direct aan het begin, als ze zich in een rij tot aan de rand van het podium gooien en daar al knielend hun hoofd in een ronddraaiende omloopbaan brengen, met hun handen op de grond en op hun borst slaan, hun hoofd laten kantelen, hun lichaam naar opzij laten vallen en als verslapt op de grond blijven liggen. Met golfachtige gebaren die het midden houden tussen gebed, bezweringsritueel, rauw en dood, bewegen zij tussen fanatisme en vertwijfeling.

Bij de vrouwen gaat het er minder dramatisch aan toe. Die in plaats van groepsdynamisch te versmelten veel meer in de eigen groep blijven, begrensd door cirkelvormige en vierkante lichtvlakken waarin ze zich bewegen. Dit principe wordt meteen aan het begin vastgezet. Als één vrouw, voordat de horde komt, een ogenblik alleen in het maanlicht staat, als een persoonlijke Clair de lune, dat later nog tweemaal als een ijle droom oplicht. Dat Be’er inzet op de dominante mannelijke energie, wordt nog eens onderstreept in het tweede deel, waarin een vrouw door een troupe mannen met geweld (trekken, vasthouden, duwen) en aanbidding (op handen dragen) onthaald wordt– uit de boxen klinkt een duivels gelach. Is dat de inventarisatie van de algemene maatschappelijke genderverhouding? Of zelfs kritiek? Het laatste lijkt onwaarschijnlijk, omdat de esthetische mannenbewegingen zelfs de gewelddadige actie er nog mooi uit laten zien. Maar klaarblijkelijk wil Be’er toch iets aan die zaak veranderen. Zinsflarden als “Each person is really many people” laten zich al in het eerste deel van IF AT ALL ontwaren uit de geluidsmassa. Het tweede deel wordt gedomineerd door een alienachtige stem, die steeds weer iets zegt als “last last chance” of “last lost chance” of “lost lost chance”, terwijl op knal-kleurige lichttapijten achterelkaar vijf man-vrouw duo’s in duetten een krachtenevenwicht zoeken.

strandkleding een bijna optimistische dynamiek ontwikkelt – een geordend door elkaar, goed op elkaar afgestemde en toch vlot gedanste banen. Een dynamiek die maar door zou kunnen blijven gaan, als de muziek niet plotseling werd afgebroken en alles zomaar eindigde. Het opbouwen van een constante overdruk lijkt de enige functie van de muziek te zijn. De enige functie van de dramaturgie is de mannen en vrouwen eerst te scheiden om ze vervolgens in een groepschoreografie samen te brengen. Dat is een wat simpel recept, dat de choreografie niet de bodem geeft waarmee ik in volle teugen van haar zou kunnen genieten. Dat het applaus van enthousiast bijval getuigd, stemt tot nadenken. Voor het danstechnisch niveau is dat begrijpelijk. Wie het idioom van KCDC voor het eerst ziet, heeft respect voor haar virtuositeit. Maar choreografie toont in het beste geval meer dan alleen de prestaties van de dansers. Was zegt de maan hierover? Die hangt onveranderd aan haar ophanging, alsof ze wacht met het voortzetten van haar baan tot de rust is weergekeerd.