Headspin in maillot – Het Franse Compagnie Cie Käfig wordt dolenthousiast ontvangen in Heerlen

nachtkritiek van Lisa Reinheimer

 

Het Franse Compagnie Cie Käfig wordt dolenthousiast ontvangen in Heerlen. Onder luid gejoel geven de dansers nog een freestyle signature als toegift. Yo Gee Ti stelt een vervlechting van twee werelden voor en doet dat conflictloos.

In Nederland zijn vandaag de verkiezingen. In de campagnes werd vooral de nadruk gelegd op verschillen tussen mensen en groepen, de Nederlandse identiteit werd een punt van discussie. Choreograaf Mourad Merzouki, een fransman met Algerijnse roots, stelt in Yo Gee Ti een ontmoeting en vervlechting tussen culturen voor. Met zijn dansidioom en visie laat hij zien dat Hip-Hop geen starre showtaal is, maar een krachtige en dynamische taal. Hij vloeit moeiteloos tussen zacht en hard, tussen stug en soepel. Een taal die, net als hij, nieuwsgierig is naar de ander, zich laat inspireren door die ander en zo tot nieuwe beelden komt. Deze conflictloze voorstelling laat zien, juist nu, dat verschillen een harmonisch geheel kunnen vormen. En het einde, waar de dansers een toegift geven, even uit de alles omhullende versmelting losbreken en hun signature afgegeven, geven zij elkaar de ruimte en respect. Als u nog niet gestemd heeft, denk hier dan even aan.

Merzouki kwam via circus en martial arts in aanraking met Hip-Hop. Hij was medeoprichter van Accrorap en in 1996 richtte hij Cie Käfig op. Nu laat hij zich inspireren door Taiwan en gaat een samenwerking aan met het National Chiang Kai-Shek Cultural Center. In een interview vertelt Merzouki: ‘Een cultuur die zowel in oeroude traditie als extreme moderniteit is geworteld’. Yo Gi Tee dat organische versmelting betekent, laat Merzouki niet alleen de Hip-Hop taal samensmelten met moderne en traditionele dans, maar ook muziek en enscenering.

Boven het toneel hangen vilten strengen naar beneden, de tien dansers zitten op hun billen met hun handen achter hun rug op de grond geplaatst in een horizontale lijn op het toneel. Ze bewegen als een kleine geoliede machine op de beat van de muziek. Eerst voorzichtig om en om tot ze, dan steeds groter als tandwielen onder en over elkaar grijpend, op de kogels van een pendulum lijken die hun energie heen en weer blijven kaatsen. Gekleed in strakke turnpakken zijn mannen en vrouwen nauwelijks van elkaar te onderscheiden.

De strengen vilt ontspinnen zich langzaam tot enkele draden. In een scène waarin de dansers aan een touw vanuit de coulisse steeds het toneel horizontaal proberen over te steken om elkaar te ontmoeten. Met steeds meer kracht en vastberadenheid. De strakke shirts gaan een voor een uit, de vrouwen verkleden zich in een korte shirt-dress. Voor al die strakke lijnen staat een danser alleen. Hij laat zijn armen, schouderbladen en romp soepel golven. Die horizontale en verticale lijnen tekenen de voorstelling. Als een grens wellicht, maar het geheel oogt daardoor vrij tweedimensionaal, alsof we naar een mediascherm kijken. Terwijl de dansers veel en snel cirkelen, draaien en spinnen.

De enkele draden vormen nu een groep. Twee touwgordijnen herscheppen de ruimte op het toneel waartussen de dansers elkaar ontmoeten. Zoals in de scène met een dubbel duet tussen Hip-Hop en traditionele dans die een prachtige ontmoeting vormt. Tussen de twee verticaal hangende touwgordijnen dansen de Taiwanese danseressen, gekleed in een soort col met franjes tot aan de grond, een golvend traditionele dans. Hun rompen blijven opgericht als ze met hun armen de franjes laten zwieren. De breakdancers cirkelen laag bij de grond om hen heen. Wat een mooi lijnen- en lichtspel oplevert, maar ook de verschillende beeldtalen zonder conflict met elkaar in verband brengt. Ook het beeld van twee blote ruggen, de ene zacht en soepel, de andere alsof er een stroboscoop op staat, laat subtiel zien waar die talen elkaar raken.

De prettige uitwaaiering van groepsformaties naar duetten en trio’s laat het verloop van die versmelting zien. Van het eerste ontmoeten en uitproberen tot het plagerige uitdagen en uiteindelijk een dans- en beeldtaal waarin beide werelden vervlochten raken. De vervlechting is in alles doorgevoerd. Ook in de muziek en enscenering. En de beelden waar dans, enscenering en muziek samenvallen zijn fascinerend. Die gezamenlijkheid brengt verder. Zoals in het slotbeeld, waar de dansers en de touwgordijnen samen het weefgetouw vormen. In hun spel manipuleren ze het licht zo, dat er steeds nieuwe patronen ontstaan in het weefstuk. Opgestuwd door cello en viool die hun klanken steeds meer laten samenvallen.

Dat er nergens echt conflict optreedt komt bijna als een verademing. In deze woelige tijden verlangen we misschien wel juist naar die utopische harmonie. Merzouki laat zien dat het niet onmogelijk is.