OFF Festival schrit_tmacher justDANCE!
Kijk wie ik ben!
Anne Nguyen toont met haar dansgezelschap Par Terre in het kader van het schrit_tmacher-festival hoe individueel wij als leden van een gemeenschap kunnen worden gezien.
van Rico Stehfest
Het is een terugkerend thema in de dans: de gemeenschap van de mens, de saamhorigheid, de grenzen en beperkingen van wat mogelijk is en in de kern het individu als bouwsteen, als deel van een gemeenschap. Het meest zichtbare aspect hiervan is vaak het verlangen naar een schuilplek temidden van anderen, om zich daar, gebonden aan bepaalde regels, persoonlijk te kunnen ontplooien. Ook Anne Ngyen zoekt deze richting op met haar werk ‘À Mon Bel Amour’, hoewel haar blik op opmerkelijke afstand blijft.
Vier danseressen en vier dansers, op het eerste oog als persoon al heel verschillend, vormen hier de bouwstenen. De een lang, de ander getint. Hun identiteit wordt nog meer benadrukt door hun verschillende kleding. Deze acht komen samen bij flikkerende stroboscopen en beukende beats, net als in een club. De geleefde diversiteit kan alleen worden gezien in de coëxistentie. Individualisme heeft geen variatie.
Maar het diverse blijft niet aan de oppervlakte. Alle acht dansers hebben verschillende dansachtergronden, en elk van hen verrijkt de gemeenschap met zijn eigen stijl. Voguing, krumping, klassiek ballet… Ze mogen deze achtergrond beoefenen, laten zien, letterlijk beschermd door de groep: de anderen gaan in een kring rond de solist staan en schermen hem of haar af van het publiek. Toch staat het opvallen ook in deze richting heel duidelijk op de voorgrond. Telkens weer performen de dansers recht voor het publiek, in een rij, alsof ze naast elkaar staan ter vergelijking. Dan weer stellen ze zich op als voor een groepsfoto. Het is juist onze verscheidenheid die ons verbindt.
Daarom groeien de verschillende dansstijlen ook niet uit tot een battle. In plaats daarvan kunnen invloeden van buitenaf worden opgenomen, omgezet, uitgeprobeerd: wat wil de ander me vertellen? Een concrete afbakening van stijlen qua definitie is nu juist niet nodig, zelfs niet wenselijk. Zo ontstaat een wederzijdse waarneming, waarbij ieder toch bij zichzelf blijft.
Dit alles is eenvoudig te begrijpen en zo duidelijk dat één ding bijna over het hoofd wordt gezien. Kleine, korte aanrakingen zijn het enige wat vaag een samenzijn laat zien in de ware zin van nabijheid. Er is dus slechts in beperkte mate sprake van toenadering. Het is een samenzijn op afstand. Wanneer twee performers dicht bij elkaar staan, ontstaat er niet automatisch een duo. Misschien steken de dansers daarom steeds één hand op. ‘Hier ben ik!’
Als tien minuten voor het einde onverwachts toch een volledige synchroniciteit ontstaat, lijkt dit moment de meest intieme verbinding die hier kan worden gemaakt. Individualisme kan dus ook worden gezien als een besluit, waarbij het gemeenschappelijke niet wordt ontkend en het zo toch laat functioneren.